Faalangst komt vaker voor dan je denkt en is super vervelend voor je kind. Weet jij hoe je faalangst kan herkennen? En wat je kunt doen om jouw kind te helpen? Kindercoach Romy van Mag ik bij Jou geeft weer een aantal praktische tips.
Herken jij faalangst bij jouw kind?
Is jouw kind perfectionistisch? Ziet hij of zij er als een berg tegenop om een spreekbeurt te houden? Of voelen hoge schoolcijfers als bevestiging dat ze er toe doen? Dan bestaat de kans dat jouw kind faalangstig is. Maak je geen zorgen, wij kunnen ze daarbij helpen!
Wat is faalangst?
Het woord zegt het al. Faalangst is de angst om te falen. Hierbij gaat het altijd om een taak waar een beoordeling verbonden is. De beoordeling kan worden gegeven door een ander (zoals een cijfer) of door het kind zelf (de leerkracht vindt mij dom, omdat ik deze vraag stel). Onthoud dat deze kinderen in andere situaties prima functioneren en deze angst minder of niet ervaren!
Wist je dat?
- Faalangst vaker bij meisjes voorkomt dan bij jongens
- 8% van de 10 en 11-jarigen faalangst ervaart
- Ook voorkomt bij kinderen die gemiddeld intelligenter zijn
- Faalangst te onderscheiden is in drie vormen:
* Sociale faalangst: angst om niet leuk gevonden te worden of iets in het openbaar te zeggen
* Cognitieve faalangst: angst voor een spreekbeurt, toets of nieuwe leerstof
* Motorische faalangst: angst voor een gymles, creatieve activiteit of sportwedstrijd.
Hoe herken je faalangst?
Faalangst kun je herkennen aan lichamelijke signalen en het gedrag van je kind. Bij faalangstige kinderen wordt vaak gedacht aan hulpvragend en teruggetrokken gedrag, maar dat is niet altijd zo. Hieronder staan een aantal voorbeelden.
Wat te doen met faalangst? De do's en don'ts
Faalangst is iets wat jouw kind ervaart. Hij of zij zal jouw hulp nodig hebben om het negatieve denkpatroon te doorbreken. De DO’s en DON’TS voor het helpen van kinderen met faalangst.
De DON’TS (Niet doen dus..) - De volgende zinnen zeggen: ‘Dat lukt je wel’ of ‘Dat kun jij toch gewoon’. Een kind gelooft dat niet. Hij of zij is ervan overtuigd dat het niet lukt of fout zal gaan.
- Complimenten op het resultaat: ‘Je hebt een 7 gehaald, wat knap’! of ‘Je hebt er twee gescoord, goed bezig’. Hiermee schep je de verwachting dat een 7 of twee punten scoren goed zijn en is er geen aandacht voor het proces.
- Jouw verwachtingen als opvoeder: ‘Ja maar, dit hoor je toch te kunnen’ of ‘Dit moet je nu wel weten’. Verwacht niet meer van je zoon of dochter dan hij of zij aankan. En ja, dan bestaat de kans dat ze afwijken van het ‘normale/gewenste’ plaatje... Bedenk dan dat onze kinderen een uniek wezen zijn en zich op hun manier ontwikkelen!
Nu je weet wat de don’ts zijn, wil je natuurlijk ook weten wat de DO’s zijn:- Helpende gedachten geven en oefenen: ‘Het is je al eerder gelukt’ of ‘Toen vond je het ook lastig en toch is het gelukt’. Er staan meerdere helpende gedachten op Google of Pinterest, kun je gratis uitprinten.
- Complimenten geven en ontvangen: Leer je kind complimenten ontvangen van anderen en zichzelf complimenten geven. Een hele makkelijke tip: voor het slapen gaan een complimentje van de dag of geef elkaar tijdens het avondeten een compliment. Leren wij ook om een compliment te ontvangen ;)
- Fouten maken mag: ‘Ach het is nog niet gelukt’ of ‘Is het zo erg’? Laat je kinderen fouten maken, los het niet voor ze op. Met oplossen zullen ze het nooit zelf leren en geen succeservaringen opdoen. Daarnaast is relativeren ook van belang. Is het echt een probleem of voelt het alleen vervelend? Dat is een verschil!
- Het zelfvertrouwen versterken: Geef als ouder positieve feedback op het proces in plaats van het resultaat én laat je kind benoemen wat zijn of haar talenten zijn.
Wat nou als bovenstaande do’s en don’ts niet werken? Dan kun je bij de school van je kind informeren naar Faalangsttraining of een kindercoach inschakelen.
Plan bijvoorbeeld eens een vrijblijvend kennismakingsgesprek in met kindercoach Romy van Mag ik bij jou. Via de roze button vind je meer informatie over haar praktijk en haar methode.
Naar de website