1. Natregel
nat is glad, vooral als er mos op zit. Als het heeft geregend, worden de stammen en takken erg glad. Test voorzichtig of je gaat uitglijden. Bij glibberigheid niet klimmen.
2. Stamregel blijf zo dicht mogelijk bij de stam, de takken zijn hier het dikst en het sterkst. Klim met je gezicht naar de stam.
3. Kijkregel dode takken breken snel af. Let goed op of je dode takken ziet, je herkent ze aan een afgeschilferde bast of doordat ze afgebroken zijn. In de lente en zomer moeten er bladeren of naalden aan levende takken zitten.
4. Buigregel als een tak erg doorbuigt, is de tak waarschijnlijk te dun. Dan kun je beter een dikkere tak proberen of kies een boom die steviger is. Buigende takken kunnen snel breken. Bovenin de boom worden de takken steeds dunner. Ga niet hoger als je merkt dat de takken doorbuigen.
5. Driepuntsregel je hebt twee handen en twee voeten om de boom mee vast te houden. Wanneer je met alle vier de punten (ledematen) de boom vasthoudt, ben je het veiligst, maar dan blijf je op dezelfde plek. Als je klimt, zorg je dat je altijd met drie punten contact hebt met de boom.
6. Buikregel klim met je buik naar de stam toe. Dan zie je wat je doet en je kunt overal goed bij. Je kunt zelfs de stam omklemmen als dat nodig is.
7. Durfregelklim nooit hoger dan je durft. Als je bang bent, krijg je trilbenen en kun je niet veilig meer terug klimmen. Maak er geen wedstrijd van; op de onderste tak zitten is ook prima.
---> Klim zelf ook eens mee! Het uitzicht is vaak prachtig
Als iemand weet hoe de natuur werkt en hoe kinderen eindeloos kunnen profiteren van het moois wat de natuur te bieden heeft dan is het Burgemeester van Buiten. Met zijn kennis én zijn creatieve brein biedt hij allerlei leuke concepten voor jong en oud.