Heb je ook zo’n mooie spiegelreflex camera maar geen idee wat je er eigenlijk allemaal mee kunt? En fotografeer je daarom voor de veiligheid altijd maar op de automaat? Dan is deze mini workshop fotograferen met de spiegelreflex door kinderfotograaf Sanne van der Most écht wat voor jou. Lees snel verder en haar véél meer uit je camera!
Zet je camera op ‘P’
Wil jij ook wel eens zo’n mooi portret van je dochter met een wazige achtergrond? Of wil je je zoontje fotograferen terwijl hij keihard voorbij komt rennen? Dan is een beetje basiskennis over het diafragma, de sluitertijd over en onderbelichten en de lichtgevoeligheid van je lens geen overbodige luxe. Om te beginnen: haal je camera van die automatische stand af en zet hem op ‘P’. Daarmee kun je een heleboel meer zelf instellen wat weer leidt tot mooiere en specialere foto’s met precies dié effecten die je wilt.
Belichting van de foto
Een mooie foto valt of staat met een goede belichting. Lees: de combinatie van diafragma, sluitertijd en lichtgevoeligheid (ISO én je lens) en hoe ze met elkaar in verband staan om voor de juiste belichting te zorgen. Het hangt allemaal samen en het ene heeft altijd invloed op het andere. Als je op de automaat fotografeert, kiest de camera zelf de juiste combinatie van sluitertijd, diafragma en ISO. Maar je kunt dit dus ook zelf doen.
Diafragma
Het diafragma in je lens bestaat uit een aantal metalen plaatjes die samen een cirkelvormige opening vormen. Door het groter of kleiner (dichter en meer open) te zetten, komt er meer of minder licht op de sensor van de camera. Een klein diafragma zorgt voor foto’s met een hoge scherpte-diepte: dus zowel de voorgrond als de achtergrond is scherp. Mooi voor landschapsfotografie en foto’s waarop veel mensen staan, die allemaal scherp moeten zijn. Een groot diafragma zorgt voor een lage scherpte-diepte: dus de persoon op de voorgrond is scherp en de achtergrond is wazig. Prachtig bij portretfoto’s.
Sluitertijd
Met de sluitertijd bepaal je hoe lang de foto wordt belicht. Dus hoe lang het diafragma open staat. Het is de tijdsduur waarmee de foto genomen wordt. Hoe korter de sluitertijd, hoe scherper de foto. Je pakt dan echt dat ene hele kleine moment eruit - ‘freeze’. Hoe langer de sluitertijd, hoe meer kans op ‘bewegingsonscherpte’. Een lens met een image stabilizer heeft een motortje dat zorgt dat de lens minder ‘schudt’ en de foto dus scherper wordt. Soms zie je foto’s op de snelweg, met lange strepen licht tussen de auto’s. Deze foto’s zijn genomen met een lange sluitertijd.